Woningcorporaties maken massaal bezwaar tegen de zogenoemde verhuurdersheffing. In een gezamenlijke oproep pleiten ze ervoor "de 1,7 miljard euro aan huuropbrengsten die nu worden afgedragen aan de Staat, in te zetten voor de volkshuisvesting". De oproep wordt ondersteund door meer dan 180 woningcorporaties, meer dan de helft van alle corporaties in Nederland.
Volgens de corporaties is de verhuurderheffing in strijd met de woningwet. "Die schrijft voor dat woningcorporaties al hun middelen moeten inzetten voor onderhoud, nieuwbouw, betaalbare huren en verduurzaming van de woningen." Ze vinden het "in deze tijd van woningnood onverantwoord om dit geld niet in te zetten voor meer betaalbare woningen".
Volgens Hester van Buren, bestuurder van Rochdale en een van de initiatiefnemers van het bezwaar, is de verhuurderheffing "niet meer van deze tijd. Het was ook een crisismaatregel, om in tijden van economische tegenslag de oploop van de staatsschuld af te remmen. Nu de crisis achter de rug is en de staatsschuld historisch laag, is de grond onder de verhuurderheffing weggevallen."
De verhuurderheffing werd ingevoerd in 2013. De maatregel kwam uit de koker van VVD en PvdA, die deze in het jaar ervoor in het regeerakkoord hadden gezet.
Ook Woonbonddirecteur Paulus Jansen noemt de instandhouding van de heffing in tijden van woningnood "volstrekt onverantwoordelijk. Het is mooi dat zo veel corporaties hiertegen in actie komen en een bezwaar indienen."
Onlangs lanceerden woningcorporaties al de actie #ikwileenhuis, om 'de wooncrisis een gezicht te geven'. Daarin worden mensen die klem zitten op de woningmarkt opgeroepen hun verhaal te delen.
Woensdag zijn in Den Haag de Algemene Financiële Beschouwingen begonnen, waarin wordt gedebatteerd over de hoofdlijnen van de kabinetsplannen voor volgend jaar.